
Parketstrook - Vloer legbeschrijving
Algemeen: Plexwood is samengesteld uit kops- en langshout, het verwerken wijkt af ten opzichte van andere mes en groef vloeren
Acclimatiseren: Laat Plexwood acclimatiseren onder de omstandigheden waarin het gebruikt gaat worden
Producten: Plexwood is een gecombineerd product dat is samengesteld uit kopshout en langshout, om deze reden zijn niet alle lijmen, vullers en afwerkingsmiddelen die gangbaar zijn voor hout ook geschikt voor dit type houtstructuur, maak zo nodig een test en volg altijd het verwerkingsadvies
Ondervloer: Inspecteer de ondervloer volgens de hieronder opgenomen checklist, stel werkzaamheden zo nodig uit
Tussenvloer: Indien nodig kan een tussenvloer worden gelegd, gebruik ten minste een spaanplaat met hoge persing, en zorg voor een deugdelijke bevestiging aan de ondervloer
Dilatatievoeg: Een dilatatievoeg is noodzakelijk
Nabewerken: Na het leggen de vloer egaliseren en opruwen
Legpatroon: Bepaal het te leggen patroon, en houd rekening met de lichtval
Verwerken: Mix ongeveer tien pakken per keer, zaag een aantal stroken op willekeurige lengte als begin van een baan in wildverband, zet een smetlijn uit, en gebruik een geschikte lijm, waarin de Parketstroken gelegd worden
Fixeren: Gebruik een geschikte lijm, fixeer de Parketstroken door blind te vernagelen of gebruik gewichten, laat de stroken zijdelings en in de lengterichting goed aansluiten, gebruik hierbij klosjes, werk bij voorkeur zoveel mogelijk tegen de mes-zijde aan, controleer regelmatig of de stroken voldoende (80%) in het lijmbed kunnen afbinden
Schuren: Schuur met een roterende drieschijvenschuurmachine (bandschuren of schuren met een satellietschijf is over het algemeen niet geschikt voor dit product), de randen met een kantenschuurmachine, de hoekjes met een deltaschuurmachine, met korrel 80, in de eerste schuurgang alle oneffenheden, lijmresten en/of vlekken weg schuren, schuur in lange overlappende banen in de lengterichting van het Plexwood
Vullen: Gaatjes en kieren vullen met een homogeen mengsel van vulmiddel en houtstof (korrel 80), het mengsel met een rvs-spaan goed in de gaatjes en kieren drukken, na de droogtijd de gehele vloer voor een tweede maal vullen, hierna de vloer polijsten met korrel 80
Olie/was: Maak de vloer vuil- en stofvrij, met een rvs-spaan olie aanbrengen in de lengterichting van het Plexwood, werk in rechte banen met een scherpe rand, elke baan direct uitboenen met een witte pad, indien nodig vloer nogmaals in de olie zetten en uitboenen, na de droogtijd waxen, de was in smalle banen opbrengen die breder worden uitgeboend, vloer boenen tot deze een egale glans heeft, gebruikte boenpads geventileerd laten drogen
Lak: Maak de vloer en dilatatievoeg vuil- en stofvrij, met een mohair-roller een dikke laklaag aanbrengen, werk nat in nat, in banen van 1.5 meter breed in de lengterichting van het Plexwood, verdelen in de breedte en overlappend uitrollen in de lengte, houdt een scherpe rand aan de baan, gebruik langs de muren een kwast, na de droogtijd de vloer tussenschuren met een slijpnet korrel 80 vervolgens met een spaan een dunne laklaag opbrengen, als deze droog is de vloer met een roller en kwast aflakken
Checklist inspectie ondervloer volgens DIN18365, controle op ondervloer bij parketvloeren
Vlakheid: Gemeten volgens NEN 2741 met een rei van 2 meter, de maximale afwijking mag 0.4 % van de reilengte bedragen
Scheuren: Visueel beoordelen
Vochtgehalte: Meting volgens de Carbid Methode
Bij zandcementdekvloer/betonvloer ≤ 2.0 % (regulier), ≤ 1.8 % (bij vloerverwarming)
Bij anhydrietvloer ≤ 0.5 % (regulier), ≤ 0.3 % (bij vloerverwarming)
Vastheid: Beoordelen met behulp van een RIRI apparaat of staalborstel
Ruwheid: Visueel beoordelen
Dilatatie: Voegen visueel beoordelen
Verontreiniging: De vloer moet schoon, stof- en vetvrij zijn, visueel beoordelen
Hoogteverschillen: Meet in vergelijking met de aansluitende bouwdelen
Temperatuur ondervloer: Dient tussen de 15 - 28 ºC te zijn, meten met behulp van een elektronische infrarood temperatuurvoeler (bijvoorbeeld GANN IR-40)
Temperatuur omgeving: Dient ≥ 15 ºC te zijn, ideaal is tussen de 18 - 20 ºC, meten met behulp van een elektronische temperatuurvoeler (bijvoorbeeld GANN RF-T)
Relatieve luchtvochtigheid: Dient tussen de 50 - 65 % te zijn, gebruik een elektronische vochtmeter (bijvoorbeeld GANN RF-T)
Vloerverwarming: De oppervlaktetemperatuur van de ondervloer mag maximaal 28 ºC bedragen (bijverwarming), vraag het verwarmingsprotocol op, bij voorkeur aangelegd volgens het slakkenhuisprincipe
Leidingen: De verwarmingsleidingen dienen minimaal 30 mm onder de bovenzijde van de ondervloer te liggen